Historie

In de meidagen van 1940 kreeg Nederland en met name Zeeland steun van het Franse leger. Vooral gemotoriseerde Franse troepen kwamen vanuit Noord-Frankrijk, via België en Zeeuws-Vlaanderen over de Westerschelde en stroomden Walcheren en Zuid-Beveland binnen. Op Zuid-Beveland werd onder meer door de Fransen een verdedigende stelling ingenomen aan de Westelijke Kanaaldijk van het kanaal door Zuid-Beveland.

Nadat de Kreekrak-stelling onder de gemeente Rilland-Bath en de Zanddijk-stelling onder de gemeente Kruiningen onder de druk van de Duitse troepen waren gevallen, werd door de Fransen aan bovengenoemd kanaal nog enige tijd stand gehouden. Doordat de Fransen zeer hardnekkig tegenstand boden vonden felle gevechten in de gemeente Kapelle plaats, waarbij vooral in Kapelle man tegen man gevechten plaatsvonden. Deze gevechten vonden plaats op 16 mei 1940, waarbij een groot aantal Franse militairen sneuvelden. Om de gewonde en gesneuvelde Franse militairen bekommerde zich niemand met uitzondering van het Rode Kruis, dat al het mogelijke voor de verzorging van de gewonden heeft gedaan.

Het feit dat de gevallen Fransen niet werden opgespoord en ook niet werden afgevoerd was aanleiding voor de toenmalige burgemeester om de zorg hiervoor op zich te nemen. Hij deed daartoe een beroep op de burgerij. Spontaan werd hieraan door vrijwel de gehele mannelijke bevolking gehoor gegeven, zodat in de avond van 17 mei 1940 niet minder dan 65 gevallen Fransen ter aarde waren besteld. In 1941 vond herbegrafenis plaats van de militairen die in de omgeving van Kapelle waren begraven. Na de oorlog is de begraafplaats in Kapelle aangewezen als ereveld voor de stoffelijke resten van alle militairen die onder Franse vlag op Nederlands grondgebied waren gesneuveld en niet teruggebracht werden naar Frankrijk. Er liggen 228 graven, waaronder 22 van Noord-Afrikaanse afkomst. Sinds 1950 wordt jaarlijks een herdenking gehouden.